Johan Museeuw

Johan Museeuw
Johan Museeuw in de regenboogtrui in 1997
Persoonlijke informatie
Bijnaam De Leeuw van Vlaanderen
Geboortedatum 13-10-1965
Geboorteplaats Varsenare, België
Sportieve informatie
Huidige ploeg gestopt
Specialisatie(s) sprinter, noordelijke klassiekers
Ploegen
1988-1989
1990-1992
1993-1994
1995-2000
2001-2002
2003-2004
ADRenting
Lotto
GB–MG Maglificio
Mapei
Domo-Farm Frites
Quick Step-Davitamon
Beste prestaties
Milaan-San Remo 3e (1992)
Ronde van Vlaanderen 1e (1993, 1995, 1998)
Parijs-Roubaix 1e (1996, 2000, 2002)
Amstel Gold Race 1e (1994)
Luik-Bastenaken-Luik 6e (1997)
Ronde van Lombardije 13e (1996)
WK op de weg 1e (1996)
Portaal  Portaalicoon   Wielersport

Johan Museeuw (Varsenare [1][2][3], 13 oktober 1965) is een Belgisch voormalig wielrenner en veldrijder, beroeps van 1988 tot 2004. Museeuw behaalde 115 zeges, waarvan 113 op de weg. Hij was gespecialiseerd in het rijden van klassiekers en was op dat vlak een van de besten in de jaren 90. In 1996 werd hij wereldkampioen op de weg op zijn verjaardag, in het Zwitserse Lugano. Zijn bijnaam luidt de Leeuw van Vlaanderen.[4]

Museeuw won de twee wielermonumenten Ronde van Vlaanderen; 1993, 1995, 1998; en Parijs-Roubaix; 1996, 2000, 2002; elk drie maal.[5] Hij werd drie keer eerste, drie keer tweede en twee keer derde in Vlaanderens Mooiste. Deze prestatie is uniek in de wielersport. Museeuw is gedeeld recordhouder; ook Achiel Buysse, Eric Leman, Fiorenzo Magni, Tom Boonen en Fabian Cancellara wonnen de Ronde van Vlaanderen drie keer. In Parijs-Roubaix presteerden alleen Tom Boonen en Roger De Vlaeminck beter: ze wonnen de Koningin der Klassiekers vier maal. Twee maal haalde hij het eindklassement van de voormalige Wereldbeker wielrennen binnen; 1995, 1996.[6] In 1992 en 1996 werd hij Belgisch kampioen op de weg.[7] Verder won hij twee maal het Kampioenschap van Zürich [8]; 1991, 1995; de Amstel Gold Race [9]; 1994; en de HEW Cyclassics; 2002.[10] Ook in de Vlaamse semi-klassiekers Kuurne-Brussel-Kuurne [11]; 1994, 1997; de Omloop Het Volk–Gent-Lokeren [12]; 2000, 2003; E3-Prijs Vlaanderen [13]; 1992, 1998; en Brabantse Pijl [14]; 1996, 1998, 2000; was Museeuw vele malen de beste. De enige Vlaamse klassieker die Museeuw niet won is Gent-Wevelgem. Soms te wijten aan tactiek of omdat een andere renner hem ten val bracht zoals Steve Bauer in 1995.[15][16] In 1993 won hij Parijs-Tours.[17] Elf keer won hij een wedstrijd van de Wereldbeker; een record.[18] In 1996, het jaar waarin hij in Lugano wereldkampioen werd, was Museeuw laureaat van de Vélo d'Or Mondial.[19] Vijf keer won Museeuw de Kristallen Fiets: anno 2021 het absolute record. Begin jaren 80 begon Museeuw zijn wielerloopbaan eigenlijk als veldrijder, waarvoor hij vanwege zijn erelijst op de weg minder bekend staat. In 1991 werd hij derde op het Belgisch kampioenschap in Gavere-Asper.[20]

Museeuw reed, van 1995 tot 2000, zes seizoenen voor de roemruchte Belgisch-Italiaanse Mapei-ploeg. Onder de vleugels van zijn gouwgenoot Patrick Lefevere beleefde hij de mooiste periode van zijn zestien jaar lange wielerloopbaan. Bijnaam van de Mapei-ploeg was de blauwe armada. Met ploegmaats als Andrea Tafi, Franco Ballerini, Stefano Zanini, Wilfried Peeters, Ludwig Willems, Carlo Bomans en Bart Leysen domineerde Museeuw in die periode de noordelijke voorjaarsklassiekers: de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix.[21] Als renner viel de West-Vlaming op met zijn stille, timide veeleer introverte persoonlijkheid die hij combineerde met somtijds ijzersterke prestaties op de fiets.[22][23][24]

Museeuw stopte op 2 mei 2004 als beroepswielrenner. Hij reed en won een afscheidscriterium in zijn woonplaats Gistel.[25] De Scheldeprijs in Schoten was zijn laatste officiële wedstrijd: op 14 april 2004.[26] Museeuws reputatie kreeg een knauw in oktober 2004. Vijf maanden na het einde van zijn loopbaan werd Museeuw beschuldigd van het gebruik van verboden middelen. Diezelfde maand werd Museeuws dopinggebruik bewezen, later ook aan de hand van het sms-verkeer van Museeuw.[27][28] Eind januari 2007 bekende Museeuw dat hij aan het einde van zijn loopbaan als beroepsrenner doping heeft gebruikt.[29] Ondanks alles bleef hij immens populair in Vlaanderen. Museeuw wordt nog steeds beschouwd als een van de beste eendagsrenners van zijn generatie. De Belgische krant Het Nieuwsblad schatte hem in 2013, toen de Ronde van Vlaanderen honderd jaar werd, hoger in dan Briek Schotte als beste wielrenner die ooit de Ronde heeft gereden en gewonnen.[30] In 2015 werd Museeuw door oud-winnaars van de Ronde verkozen als beste renner in de geschiedenis van Vlaanderens Mooiste.[31]

Als ondernemer bracht Museeuw een naar hem genoemd merk racefietsen op de markt.[32][33]

Biografie

ADR en Lotto

Helper van Eddy Planckaert en Greg LeMond

Museeuw werd in 1988 professioneel wielrenner bij ADR. Vader Eddy [34] was ook wielrenner bij de amateurs, maar werd garagehouder.[35] Museeuws eerste ploegleider was José De Cauwer.[36] De West-Vlaming was in zijn eerste seizoen vooral helper van Eddy Planckaert, die dat jaar de Ronde van Vlaanderen en de groene trui in de Ronde van Frankrijk won.[37][38] Hij gaf drie dagen voor het einde op, maar hij won dat jaar wel de GP Briek Schotte en behaalde de tweede plaats in de GP d'Isbergues en de GP Impanis. Hij eindigde zevende in Parijs-Brussel, achtste in de Ronde van Luxemburg en twaalfde in de Ronde van België. In 1989 reed Museeuw opnieuw bij ADR in de ploeg van Greg LeMond. In 1989 won hij vier wedstrijden, met als belangrijkste zege een rit in de Ronde van België. Andere ereplaatsen waren: tweede in GP Briek Schotte, derde in Parijs-Tours, derde in Dwars door België, derde in de Ronde van België, derde in de GP Eddy Merckx, zesde in de GP Fourmies, achtste op het BK en zestiende in Parijs-Brussel. Datzelfde jaar reed Museeuw voor het eerst de Ronde van Frankrijk uit als helper van Greg LeMond. Die laatste won de Ronde van Frankrijk met acht seconden voorsprong op Laurent Fignon.[39]

Sprinter: etappezeges Ronde van Frankrijk

Na de Tour bleek het geld bij ADR echter op en viel deze ploeg uiteen.[40] Museeuw zelf ging in 1990 rijden voor de Lotto-ploeg van Jean-Luc Vandenbroucke en werd uitgespeeld in de massasprints. In 1990 won hij elf wedstrijden, waaronder de vierde en de laatste etappe in de Ronde van Frankrijk; de aankomst op de Avenue des Champs-Élysées. Museeuw eindigde dat jaar tweede in de strijd om de groene trui, achter Olaf Ludwig.[41] Ook in 1991 won hij elf wedstrijden, met als absolute uitschieter het Kampioenschap van Zürich van de Wereldbeker. Museeuw werd tweede in de Ronde van Vlaanderen op vijfenveertig seconden van Edwig Van Hooydonck, derde in Parijs-Brussel en vierde op het Belgisch kampioenschap. In zijn jeugd ging Museeuw door als een begenadigd veldrijder.[42] Als jonge knaap was hij een groot supporter van voormalig wereldkampioen Roland Liboton; uiteindelijk werden ze ploegmaats bij ADR.[43] Begin jaren tachtig won Museeuw de Azencross in Loenhout toen deze nog een losse veldrit was die niet meetelde voor een nevenklassement.[44] Museeuw nam in 1991 deel aan het BK veldrijden in Asper-Gavere en behaalde daar de bronzen medaille. Danny De Bie won, voor Paul De Brauwer.[20] 1992 werd Museeuws laatste jaar bij Lotto. De Gistelenaar uit Varsenare won de E3-Prijs Harelbeke [45] en het BK in Peer voor Roeselarenaar Johan Devos.[46] Voorts werd hij zevende in Parijs-Roubaix en tweede in de Scheldeprijs. Museeuw stond op het podium van Milaan-San Remo. Hij won de groepsspurt, achter winnaar Seán Kelly en Moreno Argentin.[47] Tot slot greep hij naast de winst in de Amstel Gold Race. Museeuw bleef Dmitri Konysjev wel voor, maar werd tweede achter Olaf Ludwig. Die laatste haalde het in een pelotonsspurt met zo'n vijftig renners.[48]

Patrick Lefevere

GB-MG en Mapei: succes in

Museeuw wint op 4 april 1993 voor het eerst de Ronde van Vlaanderen; Frans Maassen moet het hoofd buigen
Museeuw (rechts) verliest in 1994 de Ronde van Vlaanderen de spurt met zeven milimeter tegen Gianni Bugno; achter de rug van Bugno Andrei Tchmil, in de achtergrond fietst Franco Ballerini
Museeuw laat Fabio Baldato achter op de Muur van Geraardsbergen en wint solo de Ronde van Vlaanderen in 1995

Vanaf 1993 kwam Museeuw onder de vleugels van Patrick Lefevere, de Oostrozebekenaar die in Italië manager was van de succesploeg GB-MG Maglificio. De eerste steen aan het succes van de al bestaande Mapei-ploeg was gelegd; met knechten Wilfried Peeters en Carlo Bomans, en Pascal Richard, Rolf Sørensen, Alberto Elli, Fabio Baldato, Max Sciandri en Davide Rebellin.[49] Voortaan ging hij zich meer toeleggen op het klassieke werk in plaats van pelotonsspurten. De druk van het kopmanschap viel nu niet meer volledig op hem en dat leverde succes op. In april 1993 won hij als Belgisch kampioen de Ronde van Vlaanderen, voor Frans Maassen.[50]

In het najaar won Museeuw Parijs-Tours, voor Maurizio Fondriest.[51] Museeuw droeg ook twee dagen de gele trui in de Ronde van Frankrijk. In 1994 won hij de Amstel Gold Race, voor Bruno Cenghialta.[9] Sinds zijn Rondezege van 1993 was de Leeuw van Vlaanderen [4], zoals Museeuw voortaan werd genoemd, steeds topfavoriet voor de noordelijke klassiekers de Ronde en Parijs-Roubaix, die hij elk uiteindelijk driemaal zou winnen. In 1993 werd de Mapei-ploeg opgericht. In 1995 stapten de GB–Belgen en ook Bart Leysen over naar deze Italiaanse ploeg. Twee jaar na zijn eerste Rondezege won Museeuw zijn tweede Ronde: Fabio Baldato werd tweede. Hij reed Baldato uit het wiel op de Muur van Geraardsbergen.[52] In 1998 won Museeuw Vlaanderens Mooiste op een oppermachtige manier door te gaan versnellen op de Tenbossestraat, op dertig kilometer van Ninove. Museeuw gebruikte TVM-renner Hendrik Van Dyck, die op Tenbosse voorop reed, als mikpunt en liet onder anderen Peter Van Petegem, de kopman van TVM, achter. Hij reed solo naar Meerbeke.[4][53][54] Toch had Museeuw met de Ronde (en Roubaix) een haat-liefdeverhouding. In 1994 was hij in de Ronde zegezeker, maar werd toch met een verschil van zeven millimeter geklopt door Gianni Bugno. Dit nadat Museeuw voorop raakte met Bugno, Andrei Tchmil en Franco Ballerini.[55][56] In 1996 hield een haperend versnellingsapparaat Museeuw van de zege. Hij werd derde op vijfenvijftig seconden van winnaar Michele Bartoli.

In 1994 reed Museeuw Parijs-Roubaix op een speciaal voor hem gemaakte appelblauwzeegroene Bianchi-racefiets die tot in de puntjes was uitgewerkt om er de Helleklassieker mee te rijden. De fiets had een bijzonder frame. De "damesfiets", zoals de Bianchi-fiets werd genoemd. Wegens het onheil die hij Museeuw opleverde ook. Het tuig kostte hem de zege. Van zodra hij de kasseien verruilde voor asfalt, remde de vering van de voorvork af. Hierdoor maakte hij op het asfalt niet genoeg snelheid. Ook reed hij lek. Andrei Tchmil reed alsmaar verder weg en won de koers. Woest wierp Museeuw de fiets in de gracht. Toen het kalf reeds was verdronken. Na deze editie van Parijs-Roubaix heeft hij de fiets nooit meer gezien. In april 2020 liet hij weten op zoek te zijn naar de vervloekte fiets. Museeuw: "Ik wil hem terug voor mijn collectie." [57]

In 1997 reed Bruno Boscardin van Festina–Lotus Museeuw, die wereldkampioen was, van de weg in de Ronde van Vlaanderen. De Zwitser vertraagt bruusk en kijkt om. De Leeuw verwacht dat manoeuvre niet, smakt tegen het asfalt en een scheldtirade richting Boscardin volgt. Museeuw werd nog dertiende.[58]

1996: de

Museeuw op 5 april 1998; de Leeuw versnelt op de Tenbossestraat in Brakel en is op weg naar zijn derde en laatste overwinning in de Ronde van Vlaanderen

Op 14 april 1996 won Museeuw zijn eerste Parijs-Roubaix. Mapei imponeerde. Museeuw stoof met zijn Italiaanse Mapei-ploegmaats Gianluca Bortolami en Andrea Tafi weg uit een groep van zo'n twintig renners; met Andrei Tchmil. Op de kasseistrook van Warlaing naar Brillon: een strook gelegen na Trouée d' Arenberg en na de kasseistrook van Hornaing naar Wandignies-Hamage. Ook ploegmaat Franco Ballerini, Vjatsjeslav Jekimov, Frédéric Moncassin en Stefano Zanini, die later in dienst van Museeuw zou rijden, waren niet mee. Saillant detail: Bortolami eindigde in de Ronde van Vlaanderen een week eerder nog als honderdenzevende, voorlaatste. Tchmil kan niet volgen, Ballerini rijdt lek [a] en het trio van Mapei stoomt door. Dat moment, maar bovenal het vervolg ervan, werd een memorabel hoofdstuk in de wielergeschiedenis. Op dat ogenblik in de koers moest men nog iets meer dan tachtig kilometer afleggen. Museeuw met snor en blauw Mapei-petje achterstevoren, Tafi met de mouwstukken. Mapei-baas Giorgio Squinzi gaf ploegleider Patrick Lefevere op vijftien kilometer van de aankomst zijn fiat: Museeuw mocht de koers winnen. Lefevere bepaalde dat Bortolami en Tafi tweede en derde zouden worden, respectievelijk. Maar dat was niet alles.

Mapei en Squinzi zouden voor een unicum zorgen in Parijs-Roubaix: tegelijk met drie renners van dezelfde ploeg over de meet rijden gebeurde nooit eerder. Squinzi zette nu zijn zinnen op deze prestatie: Lefevere en zijn renners moesten het plan maar uitvoeren. Tussentijds bouwde het trio een riante voorsprong uit op de achtervolgers. De drie mochten van de baas op geen enkel moment tegen elkaar rijden. Museeuw mocht van Squinzi winnen als Belg in dienst van een Italiaanse ploeg. De symboliek die Squinzi in gedachten had, was "vincere insieme": "samen winnen". Daarom was de afspraak dat de Italianen in geen geval mochten wegrijden van Museeuw en vice versa. De Italianen zouden Museeuw op de wielerpiste van Roubaix moeten laten voor gaan, ongeacht alle prestige die in Parijs-Roubaix op het spel stond. In de Canvas-docureeks Belga Sport beweerde Museeuw dat hij zó goed was dat hij de Italianen ook zonder 'afspraak' had verslagen. Museeuw houdt een moordend tempo aan op de kasseistroken. Het enige doel: de tegenstand op een zo groot mogelijke achterstand fietsen. Bortolami en Tafi lijken soms alle moeite van de wereld te hebben om zijn tempo te volgen. Museeuw hangt een aantal keer aan de volgauto om te communiceren met Lefevere. Hij vertelde aan Belga Sport dat hij meestal op kop reed omdat hij de Italianen "voor geen haar" vertrouwde. Ook zij zijn onderweg naar de wielerpiste in conclaaf met hun ploegleider. Op het Carrefour de l'Arbre, in volle finale, plaatst niemand een aanval. Ze gaan de laatste vijftien kilometer in. Alles verloopt volgens de wens van Squinzi.

Het illustere plan van Squinzi valt bijna in duigen wanneer op de kasseistrook van Hem de Hel plots losbarst en Museeuw lek rijdt. Vooral Tafi begint te twijfelen als diens eergevoel dreigt de overhand te halen. Patrick Lefevere is al ingelicht. De achtervolgers rijden twee minuten achter Museeuw, Tafi en Bortolami. Tafi getuigde in Belga Sport dat hij overwoog om vol door te rijden toen Museeuw lek reed van Willems naar Hem, maar "dat het moreel besef te groot is om het te doen". Tafi gehoorzaamt toch de orders van Squinzi. Bortolami en Tafi wachten Museeuw op. Broederlijk rijden ze naar de wielerpiste van Roubaix. Ze rijden één grote ereronde en groeten het publiek. Zoals afgesproken wordt er op de piste niet gespurt. Tezelfdertijd steekt het trio de handen in de lucht. Museeuw rijdt als eerste over de streep, gevolgd door Bortolami en Tafi. Sindsdien werd de prestatie van Mapei in Parijs-Roubaix niet meer herhaald. In 1998 zette de Mapei-ploeg opnieuw Parijs-Roubaix naar zijn hand. Franco Ballerini won, Tafi werd tweede en Wilfried Peeters derde. Dezelfde taferelen op het podium. Echter arriveerden ze niet gelijktijdig en zonder Museeuw, die zwaar viel in het Bos van Wallers-Arenberg en opgaf.[59] 1996 was overigens een grand crû voor Museeuw, met naast winst in Parijs-Roubaix een tweede Belgische titel op de weg en het wereldkampioenschap in Lugano, hoewel hij een week voor het WK wilde stoppen als wielrenner.[60]

Lugano 1996: Maandag gestopt, zondag wereldkampioen

Museeuw had dan wel met veel overmacht het monument Parijs-Roubaix gewonnen alsmede de Vlaamse klassieker de Brabantse Pijl en het Belgisch kampioenschap in Chapelle-lez-Herlaimont, en hij had op het podium gestaan van de Ronde van Vlaanderen en de Amstel Gold Race, de zomer van 1996 verliep zeer moeizaam en woelig voor de West-Vlaming. Dermate dat hij in de Ronde van Frankrijk wilde afstappen omdat het najaar belangrijker was en hij duidelijk niet meer over het beste vormpeil beschikte. Patrick Lefevere wilde voltallig Parijs halen en hij reed de Tour toch uit. Museeuw werd vijfennegentigste, maar stelde zich luidop de vraag "Wat kan ik in hemelsnaam nog doen in de Tour?" alsof hij zijn laatste Tour leek te hebben gereden. Tijdens de Tour werd hij immers overklast op zijn terrein door de Oezbeekse topsprinter Djamolidin Abdoezjaparov, die bij wijze van spreken geen molshoop over geraakte. Zijn beste resultaat behaalde Museeuw in de apocalyptische zesde etappe naar Aix-les-Bains, toen hij twaalfde werd. Michael Boogerd won deze etappe.[61]

Begin oktober 1996 was hij zwaar ontgoocheld over zijn verlies in de klassieker Parijs-Tours. Zó zwaar dat hij tijdens een interview met Michel Wuyts na de wedstrijd aankondigde te stoppen.[62] Museeuw kon de eindzege in de Wereldbeker wielrennen veilig stellen indien hij bij de eerste tien was geëindigd. Zijn voornaamste concurrent voor de Wereldbeker was Andrea Ferrigato. Deze Italiaan had in de zomer van 1996 de Leeds Classic en het Kampioenschap van Zürich gewonnen; twee Wereldbekerwedstrijden.[63] Het kwam in Parijs-Tours tot een massaspurt die werd gewonnen door topsprinter Nicola Minali, die met deze spurt nog enkele vluchters te grazen nam.[64] Museeuws ploegmaat Tom Steels spurtte voor eigen rekening en werd tweede. Ferrigato werd zevende en hijgde daarmee in Museeuws nek. In plaats van dure punten te sprokkelen eindigde de Gistelenaar in de buik van het peloton. De Leeuw verweet zijn ploeg Mapei dat ze de kaart-Steels trokken en er niet aan de Wereldbekerstand werd gedacht. Emotioneel kondigde hij zijn afscheid aan.[62][65]

Museeuw zwoer dat het wereldkampioenschap, op zijn 31ste verjaardag en een week na Parijs-Tours, zijn laatste koers zou worden. Terwijl de uitlating maar een opwelling was, vloog hij naar Zwitserland en zonderde zich af van de buitenwereld om zich voor te bereiden op het WK. Dat WK werd een synoniem voor 'het grote gelijk van Johan Museeuw'. Op 13 oktober 1996 werd Museeuw in het Zwitserse Lugano op nogal droge wijze wereldkampioen wielrennen, maar de prestatie die hij leverde was er toch een die Museeuw nog niet eerder had vertoond. De wedstrijd werd namelijk verreden op een parcours dat niet het zijne was. Museeuw werd zelfs niet getipt als mogelijke outsider. Het parcours in Lugano was te steil voor Museeuw, die absoluut geen berggeit was. Museeuw verbaasde de buitenwereld met een ongeziene prestatie van hem op heuvelachtig terrein. De Leeuw van Vlaanderen versloeg de uit de regio afkomstige Mauro Gianetti in een sprint met twee. Nadat Museeuw zich lange tijd gedeisd had gehouden achteraan het peloton, verdapperde hij eerder tegen zijn natuur op de steilste beklimming. Gianetti was de enige die Museeuw volgde terwijl de grote favorieten zoals Michele Bartoli en Laurent Jalabert gokten dat hij de inspanning niet zou volhouden tot de finale. Dat deed Museeuw echter wel en hij bleek veel sneller dan Gianetti. Op zijn verjaardag veroverde de Leeuw van Vlaanderen de regenboogtrui.[66][67] Een week later rijdt de West-Vlaming omwille van de trui zijn eerste Koers van de Vallende Bladeren: het wielermonument de Ronde van Lombardije. Daarin finisht hij als dertiende. Museeuw vertoeft in het mooie gezelschap van wat nog overblijft van het peloton: onder anderen de begenadigde klimmers Michele Bartoli, Oscar Camenzind, Claudio Chiappucci, Tony Rominger, Erik Breukink, Fernando Escartín en Francesco Casagrande. Ze komen binnen op twaalf minuten van de winnaar: ploegmaat Andrea Tafi. Het was meteen ook de laatste keer dat Museeuw in de Ronde van Lombardije aan de start stond.

De trui bracht Museeuw weinig geluk. De Leeuw won wel Kuurne-Brussel-Kuurne, maar daar bleef het bij wat betreft belangrijke overwinningen in 1997.[68] Dichter dan het podium in Parijs-Roubaix kwam hij niet. In volle finale rijdt hij twee keer lek. Toch wordt hij nog derde.[69] Frédéric Guesdon rondde, vanwege Museeuws pech, verrassend een lange ontsnapping af door Museeuw en Jo Planckaert in de luren te leggen in de spurt op de Vélodrome André Pétrieux.[70] De zondag ervoor tikte hij in de Ronde het wiel aan van Bruno Boscardin, een renner van Festina, toen die plots omkeek om te monsteren wie nog in hun groep zat. Museeuw viel en vloekte, maar reed uit als dertiende.[58] Als wereldkampioen wordt hij zesde in Luik-Bastenaken-Luik. Ofschoon die koers Museeuw beduidend minder goed ligt.[71] In de zomer staat Museeuw in de regenboogtrui aan de start van de door Jan Ullrich gewonnen Ronde van Frankrijk, maar de Leeuw geeft er evenals Chepe González van Kelme de brui aan tijdens de door Didier Rous gewonnen achttiende etappe van Colmar naar Montbéliard. In de Elzas, drie dagen voor de laatste etappe naar Parijs.[72] Op 12 oktober 1997, precies een dag voor zijn 32ste verjaardag, neemt Johan Museeuw afscheid van de regenboogtrui. Laurent Brochard, een Fransman, wordt die dag wereldkampioen in het Spaanse San Sebastian. Museeuw komt zijn trui verdedigen, maar wordt achtste op zestien seconden van Brochard.[73]

1998–1999: Val in Parijs-Roubaix en comeback

De kermende Museeuw krijgt ondersteuning na zijn val

In 1998 sloeg in Parijs-Roubaix het noodlot toe voor Museeuw. De Leeuw viel een week na zijn indrukwekkende derde Ronde in het gevreesde bos van Wallers-Arenberg (Trouée d'Arenberg) en brak zijn linkerknieschijf.[74] Door de onoplettendheid van enkele artsen kon een gevaarlijk virus oprukken. De amputatie van het been van de onfortuinlijke Museeuw werd even overwogen en er werd zelfs voor zijn leven gevreesd.[75] Terugkeren leek uitgesloten. Hij verraste vriend en vijand: met de zorgen van fysio Lieven Maesschalck keerde hij in het voorjaar van 1999 terug in het peloton bij Mapei.[76] In 1999 werd hij derde in de Ronde van Vlaanderen, hoewel hij naweeën had van zijn blessure. De Leeuw had ook de semi-klassiekers gereden en was meteen op de afspraak. Museeuws beste resultaat was zesde in de Omloop Gent–Lokeren. In de E3-Prijs plaveidde hij de weg voor Michele Bartoli, die in een spurt met vier de duimen legde voor Peter Van Petegem: Andrei Tchmil en Frank Vandenbroucke waren de andere geklopten. Museeuw arriveerde bij de achtervolgers.[77] In Gent-Wevelgem wist de ervaren West-Vlaming zich uitstekend te positioneren en schoof samen met Wilfried Peeters en de facto kopman Tom Steels door naar de voorposten tijdens de laatste klim van de Kemmelberg. Mapei, met Museeuw en Peeters in een knechtenrol, nam de koers in handen tot en met de boog van de laatste kilometer op de Vanackerestraat. Het tempo van Mapei lag veel te hoog: het gevolg was dat niemand nog een sprong durfde te wagen en in Steels' wiel bleef zitten. Steels, de Belgische kampioen van 1998 en een van de beste sprinters van zijn generatie, rondde het in Wevelgem af.[78]

1999: Net geen vierde Ronde van Vlaanderen

Zie Ronde van Vlaanderen 1999 voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

"Hoe goed is Museeuw? [...] Van Petegem maakt een geweldige indruk. [...] Museeuw groot. Hadden we 't anders verwacht? [...] Kijkt om, Museeuw. Neen, hij gaat er niet afgereden worden. Van Petegem. Mond open. En Museeuw die een paar lengten prijs geeft vlak voor dat steile stuk. Hier is dat. [...] Zo gróót Johan. Waarom moet dat? Iets kleiner en hij blijft erbij.

— Wielercommentator Mark Uytterhoeven, geflankeerd door Mark Vanlombeek, over Johan Museeuws grote versnelling als Museeuw en Van Petegem elkaar bekampen op de Muur van Geraardsbergen[79]

Voor de Ronde was Museeuw niet de grote favoriet. Museeuw won de Ronde in 1998, maar droeg zelfs het rugnummer één niet zoals het de vorige winnaar betaamt. Bizar was dan ook dat Museeuw het nummer drie opspeldde. Mapei verloor de Omloop met Wilfried Peeters [80] en de E3 Harelbeke met Michele Bartoli.[81] Hoewel hij klaar leek na de semi-klassiekers, verklaarde Museeuw nog wat last te hebben van zijn blessure en werd 'schaduwkopman' achter Michele Bartoli. Beide tonen op de eerste hellingen dat ze in orde zijn, maar de Nederlandse TVM-ploeg controleert de koers voor kopman en E3–Prijs-winnaar Peter Van Petegem. Daarom geen aanvalspoging die slaagt. Na de Tenbossestraat in Brakel begint het gewriemel naar de Muur. Museeuw moet zelf een inspanning leveren om vooraan te geraken. Van Petegems ploeg knapt tot in volle finale het werk op. De Leeuw deelt zijn koers goed in, maar Bartoli woekert met de krachten en bekoopt dit op weg naar de Muur: een uitgelezen kans voor Van Petegem om zijn eerste Ronde van Vlaanderen te winnen. Bartoli zal vierde worden. De Peet maakt zijn favorietenrol helemaal waar.

Geraardsbergen belooft spektakel. Elf renners maken immers nog kans op de zegepalm: Museeuw, Van Petegem, Frank Vandenbroucke, Rolf Sørensen, Gabriele Colombo, Museeuws ploegmaat Daniele Nardello, Zbigniew Spruch, Erik Zabel, Andrei Tchmil, Michel Vanhaecke en Marc Wauters. Verslaggever Mark Vanlombeek sprak op de Vlaamse televisie over de onuitgegevenheid van dergelijke situatie in de Ronde. Een aantal renners gaan bij het opdraaien van de Muur, na de Vesten, tegen de grond. Daarbij Frank Vandenbroucke, winnaar van de Omloop Het Volk. Andrei Tchmil staat te voet en kan de zege vergeten. Museeuw en Van Petegem blijven wél overeind, zien de chaos en rijden vol door. Museeuw bedwingt de Muur met een zeer grote versnelling; hij haakt op de grote plateau af bij Van Petegem, die hem boven weliswaar terug opwacht. Waarna Frank Vandenbroucke naar hem en Van Petegem toe rijdt na de Bosberg. Dat Vandenbroucke de finale nog kan rijden, is opmerkelijk: VDB ging tijdens deze Ronde niet één, maar twee keer ten gronde. Ook aan de voet van de Molenberg, in de Zwalmvallei ver van Ninove, was hij hard gevallen.[82] De Leeuw heeft zijn beste kruit duidelijk verschoten. Van Petegem wint de koninklijke spurt, Vandenbroucke is tweede en Museeuw derde. Na de koers leefden er geruchten als zou winnaar Van Petegem de Ronde hebben 'verkocht', maar dat Museeuw een hoog bod van Van Petegem zou hebben geweigerd.[83]

2000–2004: Laatste seizoenen

Voor mij zijn wielrenners oermensen. Johan Museeuw is daarvan de verpersoonlijking.[76]
Lieven Maesschalck, fysiotherapeut van Museeuw na zijn val in Roubaix

In 1999 werd Museeuw negende in Parijs-Roubaix: ploegmaat Andrea Tafi won. Toch won hij de Koningin der Klassiekers nog twee maal. Beide keren na een indrukwekkende solo; in 2000 en de beruchte slijkeditie 2002. In 2000 kwam Museeuw solo aan op de Vélodrome André Pétrieux en wees er naar zijn gehavende linkerknie. Het was Museeuws laatste contractjaar bij Mapei.[75][84] Eind 2000 ging hij na zes jaar onder zeil, maar ook Patrick Lefevere verliet de "blauwe armada". Ze bleven samenwerken bij de nieuwe Domo-Farm Frites-ploeg, die in 2001 het profpeloton vervoegde. De Domo-ploeg mocht worden beschouwd als een doorstart van het Nederlandse TVM en bestond twee jaar.[85] In 2001 won de Nederlander Servais Knaven, zijn ploegmaat bij Domo, in hondenweer Parijs-Roubaix. Museeuw werd tweede.[86]

Trouw noemde Museeuw na Parijs-Roubaix een "regisseur" omdat hij "op memorabele wijze" het ploegenspel speelde, met wereldkampioen Romāns Vainšteins. Michel Wuyts, journalist bij de Vlaamse VRT: "Museeuw verdeelde en heerste".[87] Voor de tweede keer vulde Museeuw met twee ploegmaats het podium.[88] Museeuw sloot het wielerseizoen 2001 af zonder grote zege. Sterker nog: hij won dat jaar geen enkele koers, zelfs geen kermiskoers. Hij was echter nog te ambitieus en joeg op een tiende Wereldbekerzege.[89] In het voorjaar van 2002 reed hij weer voor Domo–Farm Frites. In de Ronde van Vlaanderen werd Museeuw tweede achter zijn voormalige ploegmaat Andrea Tafi.[90]

Een week na zijn tweede plaats in de Ronde van Vlaanderen won Museeuw een editie van Parijs-Roubaix die wederom in helse doch vooral epische omstandigheden werd verreden. Zevenenvijftig renners op 190 deelnemers hebben in 2002 de wielerpiste gezien, waarvan er zestien buiten tijd arriveerden en dus niet in de uitslag werden opgenomen. Hetzelfde hondenweer als het jaar ervoor kregen de renners op hun bord, maar nu met Museeuw op het hoogste schavotje. Bovendien stond met de 21-jarige Tom Boonen een opvolger voor Museeuw klaar. Het verhaal van de leeuw en zijn welp, schreef Sport/Voetbalmagazine in 2016.[91] Boonen reed als neoprof voor US Postal–Berry Floor. De Bom van Balen pretendeert dat hij Museeuw had kunnen bijhalen. Ware het niet dat [Boonen] in volle finale in dienst had moeten rijden van de Amerikaan George Hincapie, ondanks de lange ontsnapping waarvoor Boonen eerst had gekozen.[92] De vermoeide Hincapie reed de gracht in en Boonen reed alleen achter Museeuw. Die laatste bleef voorop na een solo van vijftig kilometer. Museeuw won de koers met een voorsprong van drie minuten en vier seconden op Steffen Wesemann en Boonen.[93] Hij dacht tijdens zijn solo aan stoppen op een hoogtepunt. Dit was immers zijn tiende Wereldbekerzege. Hij kon het echter niet en op de wielerpiste van Roubaix bedacht hij zich.[94]

De honger van de Leeuw was nog niet gestild. Begin augustus 2002 won Museeuw als Wereldbekerleider de HEW Cyclassics in Hamburg, zijn elfde en laatste overwinning in de Wereldbeker. Hij vloerde Igor Astarloa en Davide Rebellin in een uitgedunde groepsspurt.[10] Paolo Bettini zal de meest regelmatige renner in de Wereldbeker worden en wint dat jaar het klassement.[95] Daar de Wereldbeker in 2004 werd geannuleerd, is Museeuw anno 2021 nog steeds houder van het zegerecord. Evenwel is hij niet de renner die dergelijke koersen het vaakst heeft gewonnen. Hiermee wordt bedoeld: in de geschiedenis van die koersen. Dat is Eddy Merckx, die 21 keer een Wereldbekerkoers heeft gewonnen toen de Wereldbeker (nog) niet bestond. Museeuw komt niet in de buurt van Merckx die, als men de statistiek op die manier onder de loep neemt, onaantastbaar is: Roger De Vlaeminck (13) en Philippe Gilbert (12) gaan Museeuw ook nog voor.[96] Een opvallende vaststelling is dat de Wereldbeker ongeveer synchroon liep met zijn loopbaan: 1989 tot 2004.

"Is dit nu hét moment?", vroeg ik me voortdurend af. Tot ik er zeker van was. Bij het overschrijden van de finishlijn zou ik van mijn fiets stappen en die symbolisch aan de haak hangen. Ik had dit al gepland voor de Ronde van Vlaanderen, maar eindigde als tweede achter Andrea Tafi. Het moest nu op de piste in Roubaix gebeuren. Ik wilde stoppen tot die voorlaatste bocht. Mijn onderbewustzijn haalde de bovenhand op mijn verstand. Het gevoel om de koning van de wielersport te zijn kon ik niet missen. Ik was er nog niet klaar voor. Dus besloot ik in een fractie van een seconde om tien vingers in de lucht te steken, een voor elke Wereldbekeroverwinning. Helaas kan ik de tijd niet terugdraaien.[94]
Johan Museeuw over zijn heroïsche laatste overwinning in de Helleklassieker, Parijs-Roubaix 2002, in 2012

In 2003 behaalt de Leeuw van Vlaanderen met de Omloop Gent–Lokeren de laatste belangrijke zege van zijn loopbaan. Museeuws vijfde en laatste ploeg Quick-Step–Davitamon, grotendeels bestaande uit Domo-renners, domineert de koers zoals tijdens de beste dagen van Mapei. Patrick Lefevere ging ook bij deze ploeg als manager fungeren, terwijl Museeuws in 2001 gestopte meesterknecht Wilfried Peeters aan het stuur van de volgauto zat. Op vijf kilometer van Lokeren demarreerde hij uit de kopgroep waar ook de Nederlander Max van Heeswijk van US Postal bij was. Zijn Italiaanse ploegmaat Paolo Bettini verzorgde het afstoppingswerk bij Van Heeswijk. Museeuw schreef net als in 2000 de Omloop Het Volk op zijn naam. Overigens toen ook na een solo. 'Achtervolgers' Frank Vandenbroucke en Tom Boonen, beide ploegmaats bij Quick-Step–Davitamon, werden respectievelijk vierde en vijfde.[97] Na deze overwinning kon Museeuw wegens ziekte geen rol van betekenis spelen in de Ronde van Vlaanderen.[98] Hij reed ziek mee, maar Peter Van Petegem 'speelde met de pedalen' en Vandenbroucke blies de tegenstand weg zoals in diens wonderjaar 1999. Iedereen behalve Van Petegem. Museeuw werd achtendertigste.[99] In Parijs-Roubaix eindigde hij vijf plaatsen dichter, maar Van Petegem won ook nu de koers.[100]

2004 verliep beter, hoewel vooraf bekend was dat het Museeuws laatste voorjaar als beroepswielrenner zou zijn.[101] Op 27 maart, in de E3-Prijs Harelbeke, riep hij de laatste dagvluchters Dave Bruylandts, Stijn Devolder en de Nederlander Michael Boogerd een halt toe. Daardoor werd het een pelotonsspurt waarin zijn eigen meesterknecht Stefano Zanini als laatste man diende voor Museeuws 'gedoodverfde opvolger' Tom Boonen. De jonge Boonen won in Harelbeke de spurt.[102] In de Ronde van Vlaanderen maakt het anders sterke blok van Quick-Step–Davitamon helemaal geen verpletterende indruk. Hij komt als eerste renner van zijn ploeg over de streep: als vijftiende. De Duitser Steffen Wesemann wint de koers.[103] In zijn allerlaatste Parijs-Roubaix leek Museeuw, die een goudgele 'leeuwenhelm' droeg, op een vierde zege af te stevenen, tot een lekke band roet in het eten gooide. Ironisch genoeg opnieuw op de kasseistrook van Hem zoals in 1996 toen hij wel won. Arm en arm en hand in hand met 'rivaal' Peter Van Petegem, die ook op een cruciaal moment lek reed, bolt hij op de Vélodrome André Pétrieux als vijfde over de streep.[104][105] Johan Museeuw, 38, nam op woensdag 14 april 2004 afscheid van het profpeloton na de Scheldeprijs gewonnen door ploegmaat Boonen.[26][35] Op 2 mei 2004 nam de Leeuw van Vlaanderen afscheid van supporters en wielerliefhebbers: een criterium in zijn woonplaats Gistel, georganiseerd te zijner eer. 50.000 mensen woonden zijn afscheid bij. Hij won en zijn fiets werd geveild voor een goed doel.[25]

Motorongeluk

In 2000 had Museeuw een motorongeluk. Daardoor bleef hij enkele weken in kritieke toestand. Zijn echtgenote Veronique en zoon Gianni zaten achterop de motor, maar overleefden de klap. Hij werd op 29 april 2002 door de politierechtbank van Brugge veroordeeld voor het onopzettelijk toebrengen van slagen en verwondingen aan zijn gezin.[106] De lichamelijke gevolgen voor de Leeuw zelf waren overigens niet min. Hij brak zijn kuitbeen, enkele ribben en de linkeroogkas. Daarnaast had hij een hersenbloeding, waardoor hij later kampte met het frontaal syndroom.[107] Hij hield blijvende hersenschade over aan het ongeval, wat onder meer te horen is aan de snelheid waarmee hij sedertdien praat. Zo pauzeert hij vaak als hij volzinnen wil uitbrengen. Tijdens de reportage van Belga Sport op Canvas, over Parijs-Roubaix 1996 en het wereldkampioenschap in Lugano, verklaarde hij dat hij zich stukjes van zijn laatste jaren als renner niet meer kan herinneren. In 2012 vertelde Museeuw aan de kranten De Morgen en Het Nieuwsblad: "Ik was een halve zot geworden na mijn val met de moto".[108][109]

Doping

Museeuw in 2006 als pr-verantwoordelijke van wielerploeg Quick-Step–Innergetic

Op 8 oktober 2004 werd Museeuw door de tuchtcommissie van de Belgische wielrijdersbond effectief geschorst voor twee jaar en twee jaar met uitstel wegens een vermeend gebruik van verboden producten. De tuchtcommissie baseerde zich op het gecodeerd sms-verkeer van Museeuw. In deze zaak werd ook de veearts José Landuit veroordeeld, bekend van het gebruik van verboden groeihormonen in de paardensport.[110] Museeuw kon hierdoor gedurende die periode geen officiële functie uitoefenen binnen de wielrennerij. De Vlaamse openbare omroep zag zich genoodzaakt om Museeuw wegens zijn schorsing niet langer te laten optreden als co-commentator bij wielerwedstrijden. In 2005 werd hij aangeklaagd voor mogelijk bezit van epo, Aranesp en het corticosteroïde dexamethason. Op 17 oktober 2005 werd de populaire Leeuw Van Vlaanderen verwezen naar de strafrechtbank op basis van een wet uit 1921.

Museeuw in 2016 bij de wielerklassieker Le Samyn

Vanaf 2004 was Museeuw public relations-verantwoordelijke bij de Quick·Step - Innergetic wielerploeg. Op 23 januari 2007 nam hij ontslag uit die functie nadat hij op een persconferentie in Kortrijk bekende dat hij op het einde van zijn carrière doping nam. Hij bekende het sportieve spel niet voor 100% eerlijk gespeeld te hebben om in Hamilton een tweede maal de regenboogtrui te veroveren en zo in schoonheid te eindigen.[111]

Verder vertelde Museeuw dat hij zou blijven vechten voor een cleane wielersport, maar dat hij niet meer kan rechtzetten wat gebeurd is. Hij zei ook dat de heksenjacht nu maar eens gedaan moest zijn. Museeuw wou al twee jaar eerder met deze bekentenis naar buiten komen, maar dat werd hem afgeraden door Lefevere. Mede ten gevolge van deze bekentenis liep Johan Museeuw in 2008 een correctionele veroordeling op en kreeg hij een voorwaardelijke geldboete en gevangenisstraf.[112]

Televisie

In 2013 had Museeuw een cameo in de eerste F.C. De Kampioenen-film F.C. De Kampioenen: Kampioen zijn blijft plezant.[113] Ook verscheen de Leeuw eind jaren 90 in het komisch Play4-programma Chris & Co, van en met Chris Van den Durpel. Van den Durpel persifleerde Museeuw, maar speelde op hetzelfde moment ook zijn parodistisch typetje "Schampers". Terwijl Museeuw niet als zichzelf doch als een wielertoerist door beeld glipte. De verdwaalde Schampers was "Museeuw" (Van den Durpel) kwijt en de 'echte' Museeuw (hier als een nobele onbekende wielertoerist) toont Schampers de weg.[114]

Medio april 2018 was Museeuw in het Stadhuis van Maastricht te gast bij het docuprogramma De Kleedkamer van Ruben Van Gucht. Museeuw kwam op uitnodiging van Van Gucht om terug te blikken op de Amstel Gold Race van 2001, waarin de Leeuw vijfde werd. Behalve Museeuw schoven ook zijn oude rivaal Peter Van Petegem, winnaar Erik Dekker en Michael Boogerd aan bij Van Gucht. Van Gucht ging tevens langs bij Michele Bartoli (in Italië) en bij Sandra, de weduwe van de in 2017 overleden Serge Baguet.[115] Museeuw verloor in 2001 in de Amstel Gold Race de spurt om de derde plaats tegen Baguet.[116]

Persoonlijk leven

Museeuw was gehuwd met Veronique, met wie hij twee zonen heeft: Gianni en Stefano.[117] Stefano, zijn jongste zoon, werd ook professioneel wielrenner. Anno 2020 rijdt Stefano voor BEAT Cycling.[118] Museeuw en zijn echtgenote Veronique scheidden in 2009.[119]

Palmares

1987

  • Zesbergenprijs Harelbeke

1988

1989

1990

1991

1992

1993

1994

1995

1996

1997

1998

1999

2000

2002

2003

Erelijst

Seizoen Klassiekers Rittenkoersen Grote Rondes Kampioenschappen Eendaagskoers Zesdaagses Etappes in rittenkoersen Totaal aantal zeges
1988 GP Briek Schotte 1
1989 1 rit Ronde van België 1
1990 Dwars door Morbihan 1 rit Driedaagse van de Panne-Koksijde, 2 ritten Ronde van Frankrijk 4
1991 Kampioenschap van Zürich Kampioenschap van Vlaanderen 2 ritten Ruta del Sol, 1 rit Ronde van Groot-Brittannië 5
1992 Vlag van België BK E3-Prijs Vlaanderen 1 rit Ruta del Sol 3
1993 Ronde van Vlaanderen, Parijs-Tours Dwars door Vlaanderen 1 rit Ronde van Zwitserland, 2 ritten Hofbrau Cup, 1 rit Parijs-Nice 7
1994 Amstel Gold Race Kuurne-Brussel-Kuurne, Druivenkoers 1 rit Ronde van Zwitserland 4
1995 Ronde van Vlaanderen, Kampioenschap van Zürich Vierdaagse van Duinkerke, Wereldbeker wielrennen Druivenkoers, GP Eddy Merckx, Kampioenschap van Vlaanderen, Omloop der Vlaamse Ardennen, Trofeo Laigueglia 9
1996 Parijs-Roubaix Wereldbeker wielrennen Vlag van België BK, Arc en ciel.png WK Brabantse Pijl 5
1997 Vierdaagse van Duinkerke, Driedaagse van De Panne Kuurne-Brussel-Kuurne 3 ritten Ruta del Sol 6
1998 Ronde van Vlaanderen Brabantse Pijl, E3 Prijs Vlaanderen 3
1999 Dwars door Vlaanderen, GP Briek Schotte 2
2000 Parijs-Roubaix Brabantse Pijl, Omloop het Volk 3
2002 Parijs-Roubaix, HEW Cyclassics Hamburg 1 rit Guldensporentweedaagse, 1 rit Ronde van het Waalse Gewest 4
2003 Omloop het Volk 1 rit Ronde van Denemarken 2

Resultaten in voornaamste wedstrijden

Jaar Ronde van
Italië
Ronde van
Frankrijk
Ronde van
Spanje
1988 opgave  
1989 106e  
1990 81e (2) 
1991 opgave  
1992 73e  
1993 50e  
1994 80e  
1995 73e  
1996 95e  
1997 opgave  
1998
1999
2000
2001 opgave  
2002
2003
2004
(*) tussen haakjes aantal individuele etappe-overwinningen
Jaar Milaan-San Remo Gent-Wevelgem Ronde van Vlaanderen Parijs-Roubaix Amstel Gold Race Luik-Bast.‑Luik Ronde van Lombardije Parijs-Brussel Omloop Het Volk E3 Harelbeke WK op de weg Wereld­ranglijsten
1988 30e 31e 7e 43e (UWB)
1989 62e 16e 25e (UWB)
1990 9e Zilver 12e 9e 6e 4e 11e
1991 8e Zilver ↑ 16e 10e Brons 6e 62e
1992 Brons ↑ 7e 14e 7e Zilver ↑ 36e 17e Goud ↑ 8e (UWB)
1993 32e 20e Goud ↑ 4e 13e 12e Brons 18e 20e 4e Zilver (UWB)
1994 12e Brons Zilver ↑ 13e Goud ↑ 58e 4e 4e 4e Zilver (UWB)
1995 12e Goud ↑ Brons ↑ 7e 13e 5e 6e Goud (UWB)
1996 8e 39e Brons ↑ Goud ↑ Brons ↑ 13e Zilver 6e Regenboogtrui ↑ Goud (UWB)
1997 44e 9e 13e Brons ↑ 53e 6e 9e 49e 8e 14e (UWB)
1998 36e 29e Goud ↑ 5e Goud ↑
1999 14e Brons ↑ 9e 12e 17e 6e 12e 6e (UWB)
2000 15e Brons 33e Goud ↑ 40e 90e Goud ↑ 13e (UWB)
2001 80e 56e 16e Zilver ↑ 5e 45e 35e 9e (UWB)
2002 10e Zilver ↑ Goud ↑ 54e 83e 61e Brons ↑ 107e Zilver (UWB)
2003 7e 38e 33e 107e Goud ↑
2004 20e 15e 5e
Commons heeft mediabestanden op de pagina Johan Museeuw.
Voorganger:
Abraham Olano
Regenboogtrui Wereldkampioen wielrennen Regenboogtrui
1996
Arc en ciel.pngArc en ciel.pngArc en ciel.png
Opvolger:
Laurent Brochard
Voorganger:
Benjamin Van Itterbeeck
1991
Jersey belgianflag.svg Belgisch kampioen wielrennen Jersey belgianflag.svg
Johan Museeuw
1992
Opvolger:
Alain Van Den Bossche
1993
Voorganger:
Wilfried Nelissen
1995
Jersey belgianflag.svg Belgisch kampioen wielrennen Jersey belgianflag.svg
Johan Museeuw
1996
Opvolger:
Tom Steels
1997
Voorganger:
Dirk De Wolf
1992
Kristallen Fiets
1993

Cycling (road) pictogram.svg

Opvolger:
Paul Herygers
1994
Voorganger:
Paul Herygers
1994
Kristallen Fiets
1995, 1996, 1997

Cycling (road) pictogram.svg

Opvolger:
Tom Steels
1998
Voorganger:
Rik Verbrugghe
2001
Kristallen Fiets
2002

Cycling (road) pictogram.svg

Opvolger:
Peter Van Petegem
2003
Wielerploegen

Baguet · De Clercq · Demol · Deneut · Gayant · Haex · Hennebert · Herinne · Leysen · Moreels · Museeuw · Naessens · Nevens · Onclin · Redant · Roes · Van Den Abeele · Van Slycke · Verschueren · Wauters · Dubois (stagiair) · Janssens (stagiair) · Vanhaecke (stagiair)

Referenties

  1. Ballerini was als vierde Mapei-renner bij de aanval betrokken toen Museeuw, Bortolami en Tafi versnelden. De Italiaan reed ogenblikkelijk lek en werd teruggeslagen. Oorspronkelijk lieten vier Mapei-renners de groep ter plaatse. Ballerini finishte als vijfde.
  1. Palmares van Johan Museeuw. De Standaard (4 september 2003). Geraadpleegd op 29 april 2021.
  2. Fiche Johan Museeuw. De Standaard (15 april 2002). Geraadpleegd op 29 april 2021.
  3. Johan Museeuw. Pro Cycling Stats. Geraadpleegd op 3 mei 2021.
  4. a b c Jungmann, Bart, Museeuw, de Leeuw van Vlaanderen. Volkskrant (6 april 1998). Geraadpleegd op 29 april 2021.
  5. ‘De Leeuw van Vlaanderen’ Johan Museeuw bezoekt de premier van België Alexander De Croo: “Alexander, mijn moeder is een fan van jou” “Moeders zijn veel waard, Johan”. De Zondag (4 april 2021). Geraadpleegd op 1 mei 2021.
  6. Cobbaert, Paul, Johan Museeuw zwijgt niet meer: “Wilfried Peeters wist alles”. De Zondag (20 september 2015). Geraadpleegd op 1 mei 2021.
  7. Fransen, Guy, Uw gidsen tijdens het wielerseizoen: Roger De Vlaeminck, José De Cauwer en Johan Museeuw. Het Nieuwsblad (21 februari 2014). Geraadpleegd op 1 mei 2021.
  8. Axel Merckx met Museeuw in gedachten. De Standaard (19 augustus 2000). Geraadpleegd op 1 mei 2021.
  9. a b Woldendorp, Johan, Aanklamper Rooks vult de kinderhand. Trouw (25 april 1994). Geraadpleegd op 1 mei 2021.
  10. a b Onverslijtbare Museeuw wint in Hamburg. NRC Handelsblad (5 augustus 2002). Geraadpleegd op 1 mei 2021.
  11. Museeuw snelste in eindsprint van koers naar Kuurne. Volkskrant (3 maart 1997). Geraadpleegd op 1 mei 2021.
  12. Omloop Het Volk: Museeuw en Van Petegem kunnen record halen. Het Belang van Limburg (27 februari 2004). Geraadpleegd op 1 mei 2021.
  13. 'Voor hen die vergeten waren dat hij dit kon'. De Morgen (6 april 1998). Geraadpleegd op 1 mei 2021.
  14. Putzeijs, André, Na derde zege in Brabantse Pijl fietst Johan Museeuw vol vertrouwen naar zijn Ronde van Vlaanderen. Het Belang van Limburg (27 maart 2000). Geraadpleegd op 1 mei 2021.
  15. Vandenbussche, Tom, Johan Museeuw, de man die Gent-Wevelgem nooit kon winnen. Krant van West-Vlaanderen (26 maart 2021). Geraadpleegd op 3 mei 2021.
  16. 1995: Lars Michaelsen. Sporza (27 maart 2019). Geraadpleegd op 30 mei 2021.
  17. Museeuw klopt rivaal Fondriest in Parijs-Tours. NRC Handelsblad (4 oktober 1993). Geraadpleegd op 1 mei 2021.
  18. Museeuw wil wereldbekertrui verdedigen. De Standaard (5 augustus 2002). Geraadpleegd op 29 april 2021.
  19. Velo d’Or geeft namen genomineerden vrij: twee Belgen bij de kanshebbers. Het Nieuwsblad (23 november 2020). Geraadpleegd op 3 mei 2021.
  20. a b Veldrijden Belgische NK 1991. Sportuitslagen.org. Geraadpleegd op 3 mei 2021.
  21. Lefevere over Squinzi: "Kon niet verdragen dat "preparatore" besliste wie koers won". Sporza (3 oktober 2019). Geraadpleegd op 1 mei 2021.
  22. Camps, Hugo, Hugo Camps bij eeuwige kampioen Johan Museeuw. De Morgen (18 april 2019). Geraadpleegd op 3 mei 2021.
  23. Woldendorp, Johan, Museeuw stapt eindelijk uit eigen schaduw. Trouw (3 april 1995). Geraadpleegd op 3 mei 2021.
  24. Lieshout, Marc van, De stille nog even te sterk voor de brutale. Volkskrant (15 april 2002). Geraadpleegd op 3 mei 2021.
  25. a b 50.000 mensen voor afscheid Johan Museeuw. Gazet van Antwerpen (3 mei 2004). Geraadpleegd op 29 april 2021.
  26. a b Graat, John, Erfenis Museeuw is in goede handen bij 'opvolger' Boonen. Trouw (15 april 2004). Geraadpleegd op 29 april 2021.
  27. Fransen, Guy, Dopinggebruik Museeuw bewezen. De Standaard (9 oktober 2004). Geraadpleegd op 1 mei 2021.
  28. Geraakt Museeuw nog uit dit wespennest?. Het Nieuwsblad (5 februari 2005). Geraadpleegd op 1 mei 2021.
  29. Johan Museeuw bekent dopinggebruik. De Standaard (23 januari 2007). Geraadpleegd op 1 mei 2021.
  30. Mercy, Marc, Johan Museeuw is allerbeste renner in 100 jaar Ronde van Vlaanderen. Het Nieuwsblad (29 maart 2013). Geraadpleegd op 1 mei 2021.
  31. Vandecappelle, Bram, Oud-winnaars verkiezen Johan Museeuw tot beste Ronde van Vlaanderen-renner aller tijden. Het Nieuwsblad (4 april 2015). Geraadpleegd op 1 mei 2021.
  32. Museeuw-bikes eist 450.000 euro schadeloosstelling. Gazet van Antwerpen (10 mei 2007). Geraadpleegd op 29 april 2021.
  33. Neyt, Geert, UGent test vlasvezelfiets van Johan Museeuw. Het Nieuwsblad (21 juni 2010). Geraadpleegd op 29 april 2021.
  34. De Beck, Mike, 50 opvallende feiten over de (jarige) klauwende leeuw in Museeuw. Het Laatste Nieuws (13 oktober 2015). Geraadpleegd op 29 april 2021.
  35. a b Graat, John, Niemand kreeg ooit vat op de mens Museeuw. Trouw (14 april 2004). Geraadpleegd op 29 april 2021.
  36. De mooiste wielermomenten van Johan Museeuw. Krant van West-Vlaanderen (13 oktober 2015). Geraadpleegd op 29 april 2021.
  37. Geen god maar een werkmens. Het Nieuwsblad (14 april 2004). Geraadpleegd op 29 april 2021.
  38. Johan Museeuw: 'Slimme zet van Contador'. Het Nieuwsblad (16 juli 2013). Geraadpleegd op 29 april 2021.
  39. Vlieger, Jan-Pieter de, Museeuw, De Cauwer en Hoste over de nipte eindzege van LeMond in 1989: “Het mooie aan die acht seconden? Ze zaten overal”. Het Nieuwsblad (6 juli 2019). Geraadpleegd op 29 april 2021.
  40. José De Cauwer wordt 70: 'Als ik beter voor mezelf had gezorgd, reed ik nu nog de Ronde in een Kia'. Humo (25 september 2019). Geraadpleegd op 29 april 2021.
  41. Holland, Guus van, Sprintkracht van Olaf Ludwig heeft grenzen. NRC Handelsblad (4 juli 1990). Geraadpleegd op 29 april 2021.
  42. Vanwalleghem, Rik, De drie werelden van Johan Museeuw. De Standaard (14 april 2004). Geraadpleegd op 29 april 2021.
  43. Wat raakt Johan Museeuw?. Vlaamse Radio en Televisiemaatschappij (3 maart 2016). Geraadpleegd op 16 mei 2021.
  44. Duchateau, Erik, Wist je dat Johan Museeuw ooit de Azencross won?. Sport.be (25 december 2019). Geraadpleegd op 29 april 2021.
  45. 1992: Johan Museeuw. Sporza (26 maart 2019). Geraadpleegd op 29 april 2021.
  46. Johan Devos werd bijna Belgisch kampioen bij de profs. Krant van West-Vlaanderen (22 juni 2018). Geraadpleegd op 3 mei 2021.
  47. Van Damme, Michaël, De Belgische vloek van La Primavera. Het Nieuwsblad (13 maart 2013). Geraadpleegd op 3 mei 2021.
  48. 1992: Olaf Ludwig. Sporza (17 april 2019). Geraadpleegd op 18 mei 2021.
  49. De wonderjaren van GB-MG. Bahamontes. Geraadpleegd op 29 april 2021.
  50. Buschmann, Frank, Oud-wielrenner Frans Maassen: ‘Zo word je tweede in de Ronde van Vlaanderen, de dag erna zien ze je aan voor een halve crimineel’. De Limburger (1 april 2021). Geraadpleegd op 29 april 2021.
  51. Parijs-Tours: Museeuw in sprint meester over Fondriest. Trouw (4 oktober 1993). Geraadpleegd op 29 april 2021.
  52. De hoogtepunten volgens vader Eddy Museeuw. Het Nieuwsblad (14 april 2004). Geraadpleegd op 29 april 2021.
  53. De Keyser, Paul, Tenbosse: een helling die er lange tijd geen was, tot Johan Museeuw daar verandering in bracht. Het Nieuwsblad (12 februari 2018). Geraadpleegd op 29 april 2021.
  54. Van Herreweghe, Wim, Museeuw op Tenbosse. Het Nieuwsblad (8 april 2008). Geraadpleegd op 29 april 2021.
  55. Mercy, Marc, The Italian job. De Standaard (2 april 2016). Geraadpleegd op 29 april 2021.
  56. Gianni Bugno: de Italiaan die Museeuw klopte met zeven milimeter. Sporza (20 april 2016). Geraadpleegd op 29 april 2021.
  57. Snick, Chris, Ex-wielerkampioen Johan Museeuw op zoek naar ‘vervloekte Bianchi’ die hem zege kostte in Parijs-Roubaix: “Sinds die dag nooit meer gezien”. Het Nieuwsblad (11 april 2020). Geraadpleegd op 3 mei 2021.
  58. a b (fr) Falleur, Eric de, Quand le tiercé des Mapei à Paris-Roubaix a provoqué le désordre. La Dernière Heure (11 april 2015). Geraadpleegd op 29 april 2021.
  59. Bloembergen, Jaap, Museeuw moet winnen in Roubaix; Ploegleider Mapei bepaalt ereplaatsen. NRC Handelsblad (15 april 1996). Geraadpleegd op 27 april 2021.
  60. Backelandt, Frederik, Johan Museeuw over het jaar waarin alles lukte. Het Nieuwsblad (29 december 2006). Geraadpleegd op 2 mei 2021.
  61. Boogerd fietst zich met Tour-overwinning uit de anonimiteit. Trouw (6 juli 1996). Geraadpleegd op 1 mei 2021.
  62. a b Vanwalleghem, Rik, Johan Museeuw: keihard in zijn sport, week in het hart. De Standaard (5 oktober). Geraadpleegd op 1 mei 2021.
  63. Italiaan in Zürich nog beter in vorm dan in Leeds. Trouw (26 augustus 1996). Geraadpleegd op 1 mei 2021.
  64. Minali haalt vluchters nog net voor streep. Volkskrant (7 oktober 1996). Geraadpleegd op 1 mei 2021.
  65. Woldendorp, Johan, Wereldkampioen of niet, Museeuw blijft somber. Trouw (14 oktober 1996). Geraadpleegd op 27 april 2021.
  66. Vandenbussche, Tom, Johan Museeuw in Lugano 1996: “Je zag dat hij zijn vreugde gewoon niet verwoord kreeg”. Krant van West-Vlaanderen (7 augustus 2020). Geraadpleegd op 27 april 2021.
  67. Nierop, Jos van, Gestopt op maandag, wereldkampioen op zondag. Het is Koers.nl (21 september 2011). Geraadpleegd op 1 mei 2021.
  68. Museeuw neemt in Kuurne revanche. Trouw (3 maart 1997). Geraadpleegd op 1 mei 2021.
  69. Museeuw: knieschijf kapot in Bos van Wallers. Het Nieuwsblad (10 april 2010). Geraadpleegd op 1 mei 2021.
  70. Jungmann, Bart, En niemand die in de eindsprint rekende op Guesdon. Volkskrant (14 april 1997). Geraadpleegd op 1 mei 2021.
  71. 83rd Liège - Bastogne - Liège (CDM). ProCyclingStats. Geraadpleegd op 18 mei 2021.
  72. 84th Tour de France Stage 18 »Colmar›Montbeliard (175.5km). Pro Cycling Stats. Geraadpleegd op 2 mei 2021.
  73. Brochard zegeviert in San Sebastian. Sporza (19 september 2012). Geraadpleegd op 2 mei 2021.
  74. De dieptepunten volgens vader Eddy Museeuw. Het Nieuwsblad (14 april 2004). Geraadpleegd op 29 april 2021.
  75. a b Smeets, Mart, Hel opstap eeuwige roem. Trouw (10 april 2000). Geraadpleegd op 29 april 2021.
  76. a b Voor topkinesist Lieven Maesschalck zijn coureurs oermensen: “De verpersoonlijking daarvan is voor mij Johan Museeuw”. Het Nieuwsblad (20 maart 2019). Geraadpleegd op 29 april 2021.
  77. 1999: Peter Van Petegem. Sporza (26 maart 2019). Geraadpleegd op 6 mei 2021.
  78. 1999: Tom Steels. Sporza (27 maart 2019). Geraadpleegd op 6 mei 2021.
  79. YouTube, de ronde van Vlaanderen 1999 Peter Van Petegem. Geraadpleegd op 6 mei 2021.
  80. Vos, Wim, Twintig jaar geleden voorspelde Frank Vandenbroucke zijn zege in de Omloop Het Nieuwsblad: “Ik moet winnen. Voor Cameron, Mattan én Cofidis”. Het Nieuwsblad (1 maart 2019). Geraadpleegd op 29 april 2021.
  81. Wuyts, Michel, Michel Wuyts over de Ronde 1999: "Van Petegem knipoogde naar mij". Sporza (4 april 2020). Geraadpleegd op 29 april 2021.
  82. 1999: de Zwarte van Brakel. De Standaard (4 april 2009). Geraadpleegd op 29 april 2021.
  83. Jacobs, Hans, 'De Ronde van Vlaanderen verkoop je niet. Nooit'. Het Nieuwsblad (31 maart 2010). Geraadpleegd op 29 april 2021.
  84. Dit gebeurde er in de wielerwereld op 9 april. Wielerflits (9 april 2020). Geraadpleegd op 29 april 2021.
  85. Domo-Farm Frites aan pers voorgesteld. Het Belang van Limburg (19 januari 2001). Geraadpleegd op 11 mei 2021.
  86. Servais Knaven, in 2001 winnaar Parijs-Roubaix, stopt ermee. Trouw (13 april 2010). Geraadpleegd op 1 mei 2021.
  87. Wuyts, Michel, Michel Wuyts kiest voor de kassei van Knaven uit 2001: "De ene vriend is de andere niet". Sporza (12 april 2020). Geraadpleegd op 1 mei 2021.
  88. Graat, John, Topfavoriet als regisseur. Trouw (17 april 2001). Geraadpleegd op 29 april 2021.
  89. Johan Museeuw wil nog één wereldbekerzege. Gazet van Antwerpen (9 oktober 2001). Geraadpleegd op 29 april 2021.
  90. Andrea Tafi wint Ronde van Vlaanderen. Gazet van Antwerpen (7 april 2002). Geraadpleegd op 1 mei 2021.
  91. Creteur, Jonas, Retro Parijs-Roubaix 2002: de leeuw en zijn welp. Sport/Voetbalmagazine (8 april 2016). Geraadpleegd op 29 april 2021.
  92. Vlieger, Jan-Pieter de, Zondag 14 april 2002, de dag dat Tom Boonen een ster werd. Gazet van Antwerpen (4 april 2017). Geraadpleegd op 29 april 2021.
  93. Tom Boonen over eerste Parijs-Roubaix: “Ik had Museeuw kunnen bijhalen”. Het Nieuwsblad (8 april 2016). Geraadpleegd op 29 april 2021.
  94. a b Museeuw over laatste zege in Parijs-Roubaix: 'Ik wilde stoppen, tot die voorlaatste bocht'. Roularta/Sport/Voetbalmagazine (3 april 2012). Geraadpleegd op 1 mei 2021.
  95. WK is Bettini's laatste wedstrijd. Het Nieuwsblad (27 september 2008). Geraadpleegd op 4 mei 2021.
  96. Oorlog in wielerland. De Standaard (26 februari 2020). Geraadpleegd op 1 mei 2021.
  97. De Keyser, Paul; Leroux, Catya, De vijf meest memorabele aankomsten van de Omloop Het Nieuwsblad: van Coppi tot Vanmarcke. Het Nieuwsblad (26 februari 2015). Geraadpleegd op 29 april 2021.
  98. Graat, John, Johan Museeuw is ziek en dus raakt heel België in paniek. Trouw (4 april 2003). Geraadpleegd op 29 april 2021.
  99. Van Petegem wint Ronde van Vlaanderen. Gazet van Antwerpen (6 april 2003). Geraadpleegd op 29 april 2021.
  100. Vanwalleghem, Rik, Superieure Peter Van Petegem schrijft wielergeschiedenis in Roubaix. De Standaard (14 april 2003). Geraadpleegd op 29 april 2021.
  101. Johan Museeuw rijdt het hele voorjaar. De Standaard (23 oktober 2003). Geraadpleegd op 29 april 2021.
  102. Tom Boonen wint E3 Prijs Vlaanderen. De Standaard (27 maart 2004). Geraadpleegd op 1 mei 2021.
  103. Steffen Wesemann zet Ronde van Vlaanderen op zijn naam. De Standaard (4 april 2004). Geraadpleegd op 1 mei 2021.
  104. Vanwalleghem, Rik, Hel voor Museeuw en Van Petegem. De Standaard (13 april 2004). Geraadpleegd op 1 mei 2021.
  105. Museeuw: 'Zonder die lekke band won ik'. De Morgen (13 april 2004). Geraadpleegd op 29 april 2021.
  106. Museeuw verantwoordelijk voor eigen motorongeval. Het Belang van Limburg (30 april 2002). Geraadpleegd op 29 april 2021.
  107. Leven met het frontaalsyndroom: Johan Museeuw. Humo (16 januari 2012). Geraadpleegd op 29 april 2021.
  108. Museeuw 11,5 jaar na zijn motorongeval: 'Ik was een halve zot geworden'. De Morgen. Geraadpleegd op 29 april 2021.
  109. Johan Museeuw: 'Een halve zot geworden na val met moto'. Het Nieuwsblad (18 januari 2012). Geraadpleegd op 29 april 2021.
  110. Knack 13 dec. 2013
  111. "Johan Museeuw geeft dopinggebruik toe" RTL, 24 jan 2007.
  112. Museeuw en Co krijgen celstraf met uitstel, waardoor hij ook zijn naam als "leeuw van Vlaanderen kwijtspeelde - Sporza, 17 dec 2008
  113. Johan Museeuw speelt zichzelf in film 'FC De Kampioenen'. Het Laatste Nieuws (6 juni 2013). Geraadpleegd op 9 mei 2021.
  114. Chris & Co - Schampers - Museeuw. YouTube. Geraadpleegd op 9 mei 2021.
  115. Voormalig Belgisch kampioen Serge Baguet (47) overleden, wielerwereld in diepe rouw. Het Nieuwsblad (9 februari 2017). Geraadpleegd op 9 mei 2021.
  116. Mortelmans, Roger, 'De Kleedkamer' blikt terug op de Amstel Gold Race van 2001. TV Visie (15 april 2018). Geraadpleegd op 9 mei 2021.
  117. Op bezoek bij de zoon van Johan Museeuw: “Gianni is geen echte Oostendenaar. Maar hij heeft al garnalen leren vangen, dus het komt wel goed”. Het Nieuwsblad (19 juli 2020). Geraadpleegd op 29 april 2021.
  118. BEAT Cycling vist Stefano Museeuw op: "Weer een Museeuw in peloton". Sporza (23 februari 2020). Geraadpleegd op 29 april 2021.
  119. 'Johan Museeuw verlaat vrouw en kinderen'. Het Nieuwsblad (21 januari 2009). Geraadpleegd op 29 april 2021.

Links en bibliografie

Informatie

Artikel Johan Museeuw in de Nederlandse Wikipedia nam de volgende plaatsen in de lokale populariteitsranglijst in beslag:

De gepresenteerde inhoud van het Wikipedia-artikel werd in 2021-06-14 geëxtraheerd op basis van https://nl.wikipedia.org/?curid=4560