Adriaan van Dis
| ||||
Van Dis (2016)
| ||||
Algemene informatie | ||||
Geboren | 16 december 1946 | |||
Geboorteplaats | Bergen (NH) | |||
Land | Nederland | |||
Handtekening | ||||
Werk | ||||
Jaren actief | 1983-heden | |||
Genre | Novelle Roman Reisreportage | |||
Thema's | Nederlands-Indië Zuid-Afrika Migranten | |||
Bekende werken | Nathan Sid Indische duinen Ik kom terug | |||
Uitgeverij | Atlas Contact | |||
Dbnl-profiel | ||||
Website | ||||
|
Adriaan van Dis (Bergen (NH), 16 december 1946) is een Nederlandse auteur, journalist en televisiepresentator, die in 1983 als schrijver debuteerde met de novelle Nathan Sid. Zijn recentste werk is Vijf vrolijke verhalen (2021).
Zijn vader was Victor Justin Mulder, geboren in Nederlands-Indië uit Nederlandse ouders en zijn moeder, het boerenmeisje Maria van Dis uit Breda. Zij hadden elkaar in Nederlands-Indië leren kennen. Zij had toen al drie dochters uit haar huwelijk met een KNIL-militair. Ook zijn vader was in Indië al eerder getrouwd geweest. De familie was door oorlog getekend. Zijn vader werd tewerkgesteld aan de Pakanbaroe-spoorweg op Sumatra. De echtgenoot van zijn moeder werd tijdens de Japanse bezetting (1942-1945) onthoofd en zij belandde met haar dochters in een interneringskamp. Adriaan, na de oorlog in Nederland geboren, was als het enige blanke kind en zonder eigen Indische geschiedenis in dit gezin een buitenstaander. Met nog drie andere gezinnen kreeg het gezin een repatriantenhuis in Bergen aan Zee toegewezen.
Adriaans ouders konden niet met elkaar trouwen. Zijn vaders huwelijk was weliswaar voor de islamitische wet ontbonden, maar die scheiding had in Nederland geen geldigheid. Niemand mocht dit weten en voor de buitenwereld droeg Adriaan daarom de naam van zijn vader: Mulder. Officieel kreeg hij echter de achternaam van zijn moeder: Van Dis. Toen Adriaan ging studeren is hij zich ook daadwerkelijk zo gaan noemen.
Zijn vader was door zijn oorlogservaringen getraumatiseerd en arbeidsongeschikt verklaard. Bovendien vond hij het als migrant moeilijk om zijn plaats in het hem onbekende Nederland te vinden. Hij was altijd thuis en voedde Adriaan streng op en sloeg hem vaak. Adriaan herinnert zich hem als een wrede man, maar kan hem tegelijkertijd als een slachtoffer zien.
Zijn vader overleed op 10 september 1957, toen Adriaan tien was. Ondanks hun moeilijke relatie was Adriaan getroffen door het verlies, wat zijn schoolprestaties negatief beïnvloedde. Hij ging naar de MULO, de HBS en de kweekschool in Hilversum. De maand augustus 1964 bracht hij door op de Outward Bound School in Renesse. Hij initieerde de schoolkrant "de Blaer" en was er de eindredacteur van, met Cees Breure, redacteur en Henk Jansen, illustrator. Zijn roman Zilver (1988) herinnert aan de grote indruk die deze opleiding op hem maakte. Daarna ging hij naar Amsterdam om Neerlandistiek te studeren aan de Universiteit van Amsterdam. Ook studeerde hij in 1973-74 aan de universiteit van Stellenbosch in Zuid-Afrika. Zijn doctoraalexamen deed hij 1978 in de Nederlandse en Zuid-Afrikaanse letterkunde. In de Zuid-Afrikaanse taal herkende hij veel van het Petjo dat vroeger voor de grap bij hem thuis werd gesproken: kromtaal met veel verkeerd gelegde klemtonen. Ook de beladenheid van huidskleur in de Zuid-Afrikaanse literatuur herkende hij. Hij studeerde in 1979 af met een doctoraalscriptie getiteld Om te vlieg: van bron tot boek, een onderzoek naar verschillen en overeenkomsten in een prozatekst van Breyten Breytenbach. Hij beschouwde Breytenbach als een voorbeeld en vertaalde later een deel van diens oeuvre in het Nederlands.
Al tijdens zijn studie was Van Dis redacteur bij NRC Handelsblad. Na zijn afstuderen was hij tot 1982 aan de krant verbonden als chef van het katern Zaterdag Bijvoegsel. Zijn debuut Nathan Sid kwam voort uit een kookrubriek, waarin hij schreef over zijn herinneringen aan eten. Die hingen sterk samen met de strijd tussen zijn ouders, "tussen de aardappels en de rijst". Deze bijdragen werden tot een boekje bewerkt dat in 1983 door J.M. Meulenhoff werd uitgegeven in eerste instantie als relatiegeschenk. Pas later kwam er een handelseditie op de markt. Het kreeg het Gouden Ezelsoor voor het best verkochte debuut van 1984.
In 1983 debuteerde Van Dis ook als televisiepresentator en kreeg hij landelijke bekendheid door zijn VPRO-praatprogramma Hier is... Adriaan van Dis, in 1986 bekroond met de Zilveren Nipkowschijf. Vanaf 1987 evolueerde dit algemene culturele programma in een literaire praatshow. De laatste uitzending was op 3 mei 1992. Beroemd zijn geworden de uitzending op 13 april 1983, waarin schrijver Willem Frederik Hermans Van Dis vrijwel geen ruimte geeft om vragen te stellen met als argument "Ik ben helemaal uit Parijs gekomen om u te woord te staan. [...] Dit is een vertelgesprek van mijn kant."[1] En de uitzending op 30 juni 1985 waarin journalist Willem Oltmans woedend wordt wegens de in zijn ogen insinuerende vragen van Van Dis.[2] Op de vooravond van de Boekenweek treedt Van Dis in samenwerking met De Wereld Draait Door sinds 2012 nog eenmaal op als eminent gastheer van een aantal zelfgekozen (inter)nationale schrijvers. Van 1999 tot en met 2002 keerde hij terug op televisie voor vier seizoenen Zomergasten.
Van Dis was van 1987 tot 1992 redacteur van literair tijdschrift De Gids.
In opdracht van de CPNB (Collectieve Propaganda voor het Nederlandse Boek) schreef hij de novelle Palmwijn als Boekenweekgeschenk 1996.
In 2008 kwam hij met een zevendelige tv-reeks voor de VPRO Van Dis in Afrika, waarin hij een reisverslag maakte van een bezoek aan zuidelijk Afrika. De serie werd beloond met de Zilveren Nipkowschijf.[3] In maart 2012 was Van Dis te zien in een serie over Indonesië, het land van zijn vader, om te zien hoe het daar nu gaat.
In 2011 ontving hij de Van Riebeeck-penning van de Nederlands-Zuid-Afrikaanse Vereniging voor zijn "langdurige bijdrage aan de culturele en taalkundige betrekkingen tussen Nederland en Zuid-Afrika, die zich kenmerkt door onder meer zijn doctoraalscriptie over Breyten Breytenbach, zijn romans Het beloofde land en Tikkop, de met de Nipkowschijf bekroonde tv-serie Van Dis in Afrika en zijn vele krantenartikelen".
In december 2012 schreef hij de tekst voor de 23ste editie van het Groot Dictee der Nederlandse Taal met als titel "zijn waar wij niet zijn".[4] Adriaan van Dis is sinds 2017 lid van de Akademie van Kunsten.
Het oeuvre van Van Dis omvat romans, novelles, verhalen, essays, poëzie en toneel. Zijn werk is in grofweg drie categorieën in te delen. Het eerste deel is geïnspireerd op de vele reizen die hij maakte naar onder meer China, Japan en Afrika (onder andere Marokko en Mozambique). Voorbeelden daarvan zijn Casablanca (1986) en In Afrika (1991). Het tweede deel van zijn oeuvre gaat terug op zijn Indische jeugd, zoals Nathan Sid (1983), Indische duinen (1994), Familieziek (2002) en Ik kom terug (2014). Tot slot zijn er nog de karakterromans over ontluikende homoseksualiteit, waartoe Zilver (1988) en Dubbelliefde (1999) gerekend kunnen worden.
Tweeslachtigheid is een belangrijk thema in het werk van Van Dis. Het maakt vaak gebruik van antithesen, zoals blank / zwart, maatschappelijk / asociaal en afkomst / eigen identiteit. Deze kenmerken vindt men zowel in zijn reisverhalen en Indische boeken als in de karakterromans. Zijn stijl, die al bij het verschijnen van Nathan Sid alom werd geroemd, is luchtig. Die luchtigheid is echter bedrieglijk want noodzakelijk om onderwerpen te kunnen aanroeren die zwaarwichtig van aard zijn zoals oorlogstrauma, discriminatie en mishandeling.
Van Dis verruilde in 2001 uitgeverij Meulenhoff voor de nieuwe uitgeverij Augustus van Tilly Hermans, die tot dan toe zijn vaste redacteur was geweest. Inmiddels is Augustus opgegaan in Atlas Contact. Van Dis is nu auteur bij deze uitgeverij.
Van Dis werd in zijn carrière tot driemaal toe van plagiaat beticht. In 1992 werd hij door Vrij Nederland ervan beschuldigd in Het beloofde land: een reis door de Karoo (1990) citaten van de antropoloog Vincent Crapanzano te hebben gebruikt. Van Dis gaf als verklaring dat hij uit zijn oude dagboeken had geput, waarin hij destijds de citaten had opgenomen zonder de bron te vermelden. Hij bood Crapanzano zijn excuses aan, maar vond plagiaat een te zware beschuldiging. In 1998 werden in een bijdrage aan de bundel Historisch tableau onder redactie van Frits van Oostrom citaten ontdekt uit The Slave Trade van Hugh Thomas. Eind 2001 kwamen frappante overeenkomsten tussen Een barbaar in China en From Heaven Lake: Travels through Sinkiang and Tibet (1983) van de Indiase auteur Vikram Seth aan het licht. De critici waren het er echter niet over eens of het werkelijk ging om plagiaat en kwade trouw.
Er is discussie over de vraag of Adriaan van Dis tot de Indisch-Nederlandse letterkunde moet worden gerekend. Ofschoon hij niet in Nederlands-Indië is geboren, is zijn werk thematisch verwant aan dat van auteurs als Marion Bloem, Multatuli en Hella Haasse.
Referenties
|
Zie de categorie Adriaan van Dis van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp. |
Artikel Adriaan van Dis in de Nederlandse Wikipedia nam de volgende plaatsen in de lokale populariteitsranglijst in beslag:
De gepresenteerde inhoud van het Wikipedia-artikel werd in 2021-12-23 geëxtraheerd op basis van https://nl.wikipedia.org/?curid=219855